Beste mensen vanmiddag aanwezig,

Op de lagere school, de basisschool leerden wij werkwoorden.
In van die rijtjes, en die moest je dan ook nog uit je hoofd leren.
Ik loop, jij loopt, hij loopt, wij lopen etc.
Daarna leerden we ook de toekomstige tijd, ik zal lopen, jij zult lopen ,wij zullen lopen.
In het Nederlands komt er in de toekomstige  tijd dan altijd het woordje zal of zullen voor.  Eigenlijk best makkelijk.
Maar dat is niet in alle talen zo.

In het Frans bijvoorbeeld komt er geen woordje bij in de toekomstige tijd, dan veranderen er alleen een paar letters in het werkwoord zelf.
je marche, je marcherai, ik loop, ik zal lopen.

Zo is het ook in het Hebreeuws. In het Hebreeuws is het werkwoord voor de tegenwoordige tijd en de toekomstige tijd hetzelfde.
Alleen door de klinkers, de A en de E en de O kun je verschil lezen tussen tegenwoordige en toekomstige tijd. En klinkers worden in het Hebreeuws uitgedrukt door middel van kleine puntjes en streepjes.
Alllen die klinkers werden nog niet gebruikt, toen de bijbel voor het eerst werd geschreven
en daarom is het altijd een beetje raden of een werkwoord in de bijbel nu in de tegenwoordige tijd of de toekomstige tijd staat.

Dus als God zegt op de vraag van Mozes, wie bent U en dan antwoordt God dus met een werkwoord, ik ben (tegenwoordige tijd), Ik ben er nu
dan kun je dus net zo goed lezen dat God tegen Mozes zegt, als die vraag naar Zijn naam:
Ik zal er zijn
We weten gewoon niet welke van de twee vertalingen klopt.

Verschillende bijbelvertalingen hebben de naam van God dan ook verschillend vertaald.
De Statenvertaling, de eerste bijbelvertaling in het Nederlands, ooit begin 1600 geschreven in opdracht van de Staten Generaal, vandaar de naam Statenvertaling en die Statenvertaling wordt eigenlijk door iedereen wordt gezien als de beste vertaling die er ooit gemaakt is, vertaalt de naam van God met: Ik zal zijn. God in de toekomstige tijd dus.
en de Willibrord vertaling, die hier ook in deze kerk en in bijna alle Rooms Katholieke kerken gelezen wordt, noemt de naam van God ook als : Ik zal er zijn
Maar de vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap in 1951 vertaalt de naam Jahweh als Ik ben, Ik ben er nu
en de Groot Nieuws bijbel, een wat makkelijker leesbare vertaling doet dat ook.

Ik ben die Ik ben, tegenwoordige tijd
Met die naam laat God aan ons zien
Ik ben onveranderlijk, Ik ben altijd een en dezelfde, Ik blijf aan mezelf trouw

Met Ik zal er zijn, de andere mogelijkheid, zegt God:
wat er ook in jouw leven gebeurt, op de mooie dagen, op de slechte dagen, Ik zal er altijd voor je zijn. Daarin hoor je veel meer de belofte, dat God je nooit in de steek laat.

Het is wel grappig, dat de tekstschrijver van het lied, wat we straks gaan zingen, het lied van Sela, die tekstschrijver heet Hans Maat, ik ken hem toevallig, was een vroegere collega van me, hele beste jongen
die heeft het echt heel mooi opgelost opgelost in dat lied en wel als volgt:

In het refrein:
Ik ben die Ik ben is Uw eeuwige naam
onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij
Uw naam is Ik ben én Ik zal er zijn.

Hij noemt ze dus gewoon allebei en ik denk dat hij daarmee voor mij dichtbij de waarheid is:
want God is er nu, je zou er  toch niet aan moeten denken dat God alleen maar iets is voor straksen dat Hij geen betekenis heeft voor het heden, ja, Hij is er nu al in jouw leven
maar God zal er ook altijd zijn, Hij is er ook straks.

Toen Jezus vervolgens als God in deze wereld kwam, kreeg de Heilige God een gezicht en Jezus heeft het zelf als volgt gezegd (u vindt die tekst in Johannes 17 in het gebed voor Zijn dood)
in dat gebed zegt Jezus:
Vader,  Ik heb aan de mensen die U mij uit de wereld gegeven hebt, Uw naam bekend gemaakt. Heilige Vader, bewaar hen door Uw naam.

Jezus zegt: wat Ik gedaan heb, hoe Ik geleefd heb, daarmee heb ik laten zien wat Gods naam uitwerkt in deze wereld, wat het met mensen kan doen, nou, concreter kunnen we het niet maken.

De woorden ‘ik ben’ komen van het werkwoord zijn, datzelfde werkwoord kan in het Hebreeuws ook vertaald worden met het Nederlandse woord gebeuren.
Zijn en gebeuren, is ook weer hetzelfde woord in het Hebreeuws.
Vind ik zelf wel heel mooi, dat God van zichzelf zegt, als Mozes Hem vraagt, maar hoe heet U dan, dat God dan antwoordt: Ik zal gebeuren.
Daar zit beweging in, het is geen stilstaand water, God gebeurt aan ons, elke dag weer.

Ik sluit af met een kort verhaal
Het gaat over een gesprekje tussen een vader en zijn dochter en het heeft als titel: een foto van  God
De vader brengt zijn dochter naar bed. Terwijl ze er al inligt, zegt ze opeens: pap, op wie lijkt God eigenlijk?
God is een geest, zegt de vader.
Je kunt Hem niet zien met je ogen, maar je kunt wel iets van Hem zien als je naar andere mensen kijkt.
Naar wie dan bijvoorbeeld, vraagt het meisje nieuwsgiering?
Nou, zegt de Vader, als je naar Jezus kijkt (die vader kent kennelijk die tekst uit Johannes 17 ook), dan weet je hoe God eruit ziet.
Maar Jezus is hier niet meer, zegt het meisje, dan kan ik Hem toch ook niet zien?

Oke, zegt de vader, dan is het kennelijk mijn taak om jou iets van God te laten zien.
Het meisje grinnikt: echt waar, kun jij dan naar de hemel gaan om een foto van God te maken?

Nee, natuurlijk niet, antwoordt de vader. Maar als God hier op deze aarde vaders maakt, dan geeft God aan die vaders een deel van Zijn eigen kwaliteiten,
O ja, zegt het meisje, zoals??????
Nou, bescherming zegt de vader, ik bescherm jou, zoals ik geloof dat God ons beschermt
Ik geef ook een beetje leiding aan je leven, zoals wij geloven dat God ons leven leidt.

én zegt hij terwijl hij naar kietelt, alles waarmee ik jou kan laten glimlachen, dat zijn allemaal kwaliteiten, die ik van God gekregen heb om aan jou iets over Hem te laten zien.

Nou, zegt het meisje teleurgesteld, dan heb ik toch liever een foto en ze grinnikt opnieuw.

Dan staat de vader op van de rand van haar bed en maakt zich extra groot

Nou, denk maar als je mij zo ziet, dit is een foto van God.
Ze lachen allebei en de vader stopt zijn dochter in.

En Hij fluistert:
lieverd, ik kan niet alles zijn wat God is, maar ik kan je wel laten zien hoe Hij van jou houdt, zoals ik als vader van jou houdt.
Is dat genoeg voor je?
Ja, zegt het meisje, dat is genoeg.

Goed, mooi gesprekje over wie God ons is.

Moeder Theresa heeft eens gezegd:
Jezus zei tegen ons, heb elkaar lief. Hij heeft niet gezegd, heb de hele wereld lief.

We kunnen niet alles zijn wat God is, maar we kunnen wel laten zien, hoeveel Hij van mensen houdt, doordat wij van elkaar houden.

Zo maakt God Zijn naam in deze wereld waar:
Ik ben die Ik ben is Mijn eeuwige naam
onnoembaar aanwezig deel ik Mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij
Mijn naam is Ik ben én Ik zal er zijn.

amen