Thema: “van Bach tot schaterlach”

Medewerking wordt verleend door:
Projectkoor o.l.v. Jenny van Ark
Veluws Strijkersensemble
tenor Jacob Schenk
Piano: Wilco Veldkamp
organist Jacob Schenk
leiding: ds. Hans van Ark

Vanmiddag horen we en zingen we koralen uit Bach’s meesterwerk de Mattheus Passion. Tussendoor klinken korte gedeeltes uit de hoofdstukken 26 en 27 van het Mattheusevangelie
Vooraf zingen

Johan de Heer 232 waarheen pelgrims, waarheen gaat gij 1,2, en 4

Johan de Heer 722 Kroon Hem met gouden Kroon geheel

samenzang gezangen voor de liturgie 612 alle drie verzen (Here Jezus om Uw woord)

Welkom en inleiding

Orkest speelt the old rugged cross (het ruwhouten kruis)

Zingen (met orgelbegeleiding) Johan de Heer no 836 op die heuvel daarginds vers 1, 2 en 3
Lezing
Toen Jezus deze laatste rede had uitgesproken, zei Hij tegen zijn leerlingen:
‘Over twee dagen is het, zoals jullie weten, Pesach. Dan wordt de Mensenzoon uitgeleverd om gekruisigd te worden.’

Koor:

Herzliebster Jesu,
was hast Du verbrochen,
dass man ein solch
scharf Urteil hat gesprochen?
Was ist die Schuld?
In was für Missetaten,
bist Du geraten?

Liefdevolle Jezus,
wat hebt Gij misdaan,
dat men zo’n hard vonnis heeft getekend?
Wat is Uw schuld?
Welke misdaden worden U aangerekend?

Lezing
Ondertussen kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk bijeen in het paleis van de hogepriester, Kajafas. Daar beraamden ze het plan om Jezus door middel van een list gevangen te nemen en hem te doden.

Samenzang gezang 177 liedboek vers 1 en 3

Lezing:
Daarop ging een van de twaalf, die met de naam Judas Iskariot, naar de hogepriesters en zei: ‘Wat krijg ik van u als ik hem aan u uitlever?’ Ze betaalden hem dertig zilverstukken. Vanaf dat moment zocht Judas een gunstige gelegenheid om hem uit te leveren.

Toen de avond was gevallen, lag Jezus samen met de twaalf aan voor de maaltijd. Onder het eten zei Hij tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: één van jullie zal mij uitleveren.’ Dit bedroefde hen zeer, en de één na de ander vroegen ze hem: ‘Ik toch niet, Heer?’

KOOR:
Ich bin’s, ich sollte büsen
An Händen und an Füsen
Gebunden in der Höll.
Die Geiseln und die Handen,
Und was du ausgestanden
Das hat verdienet meine Seel.

Ik ben het, die moest boeten
aan handen en aan voeten
gebonden in de hel.
De banden, geselslagen
Al wat Gij hebt gedragen
droeg Gij o Heer om mijnent-wil.
Lezing
Nadat ze de lofzang hadden gezongen, vertrokken ze naar de Olijfberg. Onderweg zei Jezus tegen hen: ‘Jullie zullen mij deze nacht allemaal afvallen, want er staat geschreven: “Ik zal de herder doden, en de schapen van zijn kudde zullen uiteengedreven worden.”
Petrus zei daarop tegen hem: ‘Misschien zal iedereen u afvallen, ik nooit!’ Jezus antwoordde hem: ‘Ik verzeker je: deze nacht zul je, nog voor de haan gekraaid heeft, mij driemaal verloochenen.’ Petrus zei: ‘Al zou ik met u moeten sterven, verloochenen zal ik u nooit.’ Alle andere leerlingen vielen hem daarin bij.

samenzang: (mel. O hoofd vol bloed en wonden)

Ik wil hier bij U blijven,
Verwerp mijn bijzijn niet
Ik wil U niet verlaten
U die mij nooit verliet
Wanneer Uw hart zal breken
In ’t uur van uwe dood
Ik zal Uw hoofd dan bergen
In mijne arm en schoot.
Lezing
Vervolgens ging Jezus met zijn leerlingen naar een olijfgaard die Getsémane genoemd werd. Hij zei: ‘Blijven jullie hier zitten, ik ga daar bidden.’ Hij nam Petrus en de twee zonen van Zebedeüs met zich mee. Toen hij zich bedroefd en angstig voelde worden, 38 zei hij tegen hen: ‘Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf hier met mij waken.

samenzang:
Blijf bij mij, Heer, want d’ avond is nabij.
De dag verduistert, Here, blijf bij mij!
Als and’re hulp m’ ontbreekt, geluk m’ ontvliedt,
der hulpelozen hulp, verlaat mij niet!
Lezing:
Hij liep nog een stukje verder, knielde toen en bad diep voorovergebogen: ‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.’ Hij liep terug naar de leerlingen en zag dat ze lagen te slapen. Hij zei tegen Petrus: ‘Konden jullie niet eens één uur met mij waken? Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak.’

Gezang 391 de maan is opgekomen couplet 1 en 3 en 7

Lezing:
Voor de tweede maal liep hij van hen weg en bad: ‘Vader, als het niet mogelijk is dat deze beker aan mij voorbijgaat zonder dat ik eruit drink, laat het dan gebeuren zoals u het wilt.’

Koor:
Was mein Gott will, das gesche’ all’zeit,
Sein Will der ist der beste
Zu helfen den’n er ist bereit
Die an ihn glauben feste
Er hilft aus Not,
Der fromme Gott
Und züchtiget mit Massen
Wer Gott vertraut,
Fest auf ihn baut
Den will er nicht verlassen.

Wat God wil, dat gebeurt altijd
Niets gaat Zijn wil te boven
Hij is altijd tot hulp bereid
Voor wie in Hem geloven
Hij helpt in nood
De Goede God
En straffen doet Hij met mate
Wie God vertrouwt,
Vast op Hem bouwt
Die zal Hij niet verlaten.

Lezing:
Toen hij terugkwam, zag hij dat ze weer sliepen, want ze waren door vermoeidheid overmand. Hij liet hen achter, liep opnieuw wat verder en bad voor de derde maal, met dezelfde woorden als daarvoor. Daarna voegde hij zich weer bij de leerlingen en zei: ‘Liggen jullie daar nog steeds te slapen en te rusten? En dat terwijl het ogenblik nabij is waarop de Mensenzoon wordt uitgeleverd aan zondaars. Sta op, laten we gaan; kijk, hij die mij uitlevert, is al vlakbij.’

Samenzang gezang 180 gethsemane in wisselzang vers 1 en 7 samen, 2 en 4 vrouwen, 3 en 5 mannen

Lezing
Zij die Jezus gevangengenomen hadden, leidden hem voor aan Kajafas, de hogepriester bij wie de schriftgeleerden en de oudsten bijeengekomen waren. Maar Jezus bleef zwijgen. Maar Jezus bleef zwijgen. De hogepriester zei: ‘Ik bezweer u bij de levende God, zeg ons of u de Messias bent, de Zoon van God.’ Jezus antwoordde: ‘U zegt het. Maar ik zeg tegen u allen hier: vanaf nu zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Machtige en hem zien komen op de wolken van de hemel.’ Hierop scheurde de hogepriester zijn kleren en hij riep uit: ‘Hij heeft God gelasterd! Waarvoor hebben we nog getuigen nodig? Nu hebt u met eigen oren gehoord hoe hij God lastert. 66 Wat denkt u?’ Ze antwoordden: Hij is schuldig en verdient de doodstraf!’ Daarop spuwden ze hem in het gezicht en sloegen hem. Anderen stompten hem 68 en zeiden: ‘Profeteer dan maar eens voor ons, Messias, wie is het die je geslagen heeft?’

Koor:
Wer hat dich so geschlagen
Mein Heil und dich mit Plagen
So übel zugericht?
Du bist ja nicht ein Sünder
Wie wir und unsere Kinder
Von Missetaten weist du nicht.

Wie heeft U zo geslagen
Mijn Redder en met plagen
U zoveel aangedaan?
Gij zijt geen zondaar zoals wij
Slechts liefde en geluk bracht Gij
Geen enkel kwaad hebt Gij gedaan.

Lezing
De volgende ochtend vroeg namen alle hogepriesters met de oudsten van het volk het besluit Jezus ter dood te brengen. Nadat ze hem geboeid hadden, leidden ze hem weg en leverden hem over aan Pilatus, de prefect. Toen Jezus voor de prefect stond, stelde deze hem de vraag: ‘Bent u de koning van de Joden?’ Jezus zei: ‘U zegt het.’ Maar op de beschuldigingen die de hogepriesters en oudsten tegen hem inbrachten, antwoordde hij niet één keer. Daarop zei Pilatus tegen hem: Hoort Gij niet, hoeveel zij tegen U getuigen? Hij gaf op geen enkele beschuldiging enig weerwoord, wat de prefect zeer verwonderde.
Pilatus vroeg: ‘Wat heeft hij dan misdaan? Maar ze schreeuwden alleen maar harder: ‘Aan het kruis met hem!’ Toen Pilatus in zag dat zijn tussenkomst nergens toe leidde, dat het er integendeel naar uitzag dat men in opstand zou komen, liet hij water brengen, waste ten overstaan van de menigte zijn handen en zei: ‘Ik ben onschuldig aan de dood van deze man. Zie het zelf maar op te lossen.’ En heel het volk antwoordde: ‘Laat zijn bloed óns dan maar worden aangerekend, en onze kinderen!’ Ze kleedden hem uit en deden hem een scharlakenrode mantel om, ze vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. Ze gaven hem een rietstok in zijn rechterhand en vielen voor hem op de knieën. Spottend zeiden ze: ‘Gegroet, koning van de Joden, en ze spuwden op hem, pakten hem de rietstok weer af en sloegen hem tegen het hoofd.

Solist Jacob Schenk zingt uit de Mattheus Passion Geduld

Lezing
Nadat ze hem zo hadden bespot, trokken ze hem de mantel uit, deden hem zijn kleren weer aan en leidden hem weg om hem te kruisigen
Zo kwamen ze bij de plek die Golgota genoemd wordt, wat ‘schedelplaats’ betekent. Ze gaven Jezus met gal vermengde wijn, maar toen hij die geproefd had, weigerde hij ervan te drinken.

Samenzang gezang 174 bundel 1938 vaste rots van mijn behoud vers 1 en 2

lezing
Nadat ze hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren onder elkaar door erom te dobbelen, 36 en ze bleven daar zitten om hem te bewaken.37 Boven zijn hoofd bevestigden ze de aanklacht, die luidde: ‘Dit is Jezus, de koning van de Joden’ Daarna werden er naast hem twee misdadigers gekruisigd, de een rechts van hem, de ander links. De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met hem:‘Jij was toch de man die de tempel kon afbreken en in drie dagen weer opbouwen? Als je de Zoon van God bent, red jezelf dan maar en kom van dat kruis af! Rond het middaguur viel er duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, gaf Jezus een schreeuw en riep luid:‘Eli, Eli, lema sabachtani?‘ Dat wil zeggen: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’

samenzang gezang 183 liedboek O hoofd vol bloed en wonden vers 1 en 3

Toen de omstanders dat hoorden, zeiden enkelen van hen: ‘Hij roept om Elia!’ Meteen kwam er uit hun midden iemand toegesneld die een spons pakte en in zure wijn doopte. Hij stak de spons op een stok en probeerde hem te laten drinken. De anderen zeiden: ‘Niet doen, laten we eens kijken of Elia hem komt redden.’ Nog eens schreeuwde Jezus het uit, toen gaf hij de geest.

Koor:
Wenn ich einmal soll scheiden
So scheide nicht von mir,
Wenn ich den Tod soll leiden,
So tritt du denn herfür !
Wenn mir am allerbängsten
Wird um das Herze sein,
So reiss mich aus den Ängsten
Kraft deiner Angst und Pein !

Ned. vert.
Als ik eenmaal moet sterven,
Blijf dan heel dicht bij mij,
Als ik de dood moet lijden,
Wees dan er ook voor mij
Als mij het allerbangste
moment in het hart zal zijn,
Verlos mij uit mijn angsten
Door de kracht van Uw angst en pijn.

Moment van stilte

Samenzang gezang 183 liedboek vers 7

Lezing
Vele vrouwen, die Jezus vanuit Galilea gevolgd waren om voor hem te zorgen, stonden van een afstand toe te kijken. 56 Onder hen bevonden zich Maria uit Magdala, Maria de moeder van Jakobus en Josef, en de moeder van de zonen van Zebedeüs. Toen de avond gevallen was, arriveerde er een rijke man die uit Arimatea afkomstig was. Hij heette Josef en was ook een leerling van Jezus geworden. Hij meldde zich bij Pilatus en vroeg hem om het lichaam van Jezus. Hierop gaf Pilatus bevel het aan hem af te staan.
Josef nam het lichaam mee, wikkelde het in zuiver linnen en legde het in het nieuwe rotsgraf dat hij voor zichzelf had laten uithouwen.
Projectkoor
Befiehl du deine Wege
Und was dein Herze kränkt
Der allertreusten Pflege dess, der den Himmel lenkt
Der Wolken, Luft und Winden, gibt Wege, Lauf und Bahn
Der wird auch Wege finden, da dein Fuss gehen kan
Lezing:
Toen rolde hij een grote steen voor de ingang van het graf en vertrok. Maria uit Magdala en de andere Maria bleven achter, ze waren tegenover het graf gaan zitten. Na de sabbat, toen de ochtend van de eerste dag van de week gloorde, kwam Maria uit Magdala en de andere Maria naar het graf kijken. Plotseling begon de aarde hevig te beven, want een engel van de Heer daalde af uit de hemel, liep naar het graf, rolde de steen weg en ging erop zitten. De engel richtte zich tot de vrouwen en zei: wees niet bang, ik weet dat jullie Jezus de gekruisigde zoeken, Hij is niet hier, hij is immers opgestaan, zoals hij gezegd heeft.
Samenzang:
Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft,
Die mij heeft genezen, die mij vrede geeft?
In zijn goddelijk wezen is mijn glorie groot:
Niets heb ik te vrezen in leven en in dood.
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, nu en nimmermeer.

Overweging: “van Bach tot schaterlach”

samenzang Nieuwe ! Liedboek 672 komt laat ons deze dag vers 1 en 6 (melodie J.S. Bach)

Slotgebed en woorden van dank

Collecte (onder orgelspel)
“Zingen onder de Peperbus” is afhankelijk van deze collecte,
ondertussen speelt het Strijkersensemble: Good Friday Meditation

Samenzang evangelische liedbundel no 406 eens zal op de grote morgen 1,2,3 en 4
De laatste zingen onder de Peperbus van dit seizoen zal zijn op

30 april 2017 ORANJECONCERT met Gelders Politiemannenkoor, eigen projectkoor en organist Gerwin van der Plaats, voorganger ds. hans van ark
Helpt u ons ook financieel om de activiteiten doorgang te doen vinden? Elke gift is welkom: NL44 INGB 000 9687976 ten name van stichting Zingen onder de Peperbus te Zwolle. De Stichting is door de belastingdienst officieel aangemerkt als stichting, waaraan uw giften fiscaal aftrekbaar zijn.

Bezoek eens onze website, daar staat ook de liturgie en de overdenking op www.zingenonderdepeperbus.nl

Wilt u contact met een van de leden van de organisatie, belt of mailt u dan met:
ds Hans van Ark, tel 038-3336000, email hansvanark@planet.nl
Mary Vegter, tel 038-4544127, email mary.vegter@telfort.nl
Gerrit Willems, tel. 038-4212938, email gerritwillems@planet.nl
Jenny van Ark, tel 038-3336000, email jennyvanark@hotmail.com
Bert Mechielsen, tel. 038-3769068, email bertmechielsen@live.nl