Overweging uitgesproken op 25 februari 2024 tijdens
Zingen onder de Peperbus thema Vrede

De bekende zanger, wijlen Jules de Korte, zong lang geleden:

Ik zou wel eens willen weten waarom zijn de bergen zo hoog?
Misschien om de sneeuw te vergaren,
of het dal voor de kou bewaren.
Of misschien als een veilige stut voor de hemelboog,
Daarom zijn de bergen zo hoog.

Ik zou wel eens willen weten waarom zijn de zeeën zo diep?
Misschien tot geluk van de vissen,
die het water zo slecht kunnen missen.
Of tot meerdere glorie van God die de wereld schiep.
Daarom zijn de zeeën zo diep.

Ik zou wel eens willen weten waarom zijn de wolken zo snel?
Misschien dat ’t een les aan de mens is,
die hem leert hoe fictief een grens is.
Of misschien is het ook maar eenvoudig een engelenspel.
Daarom zijn de wolken zo snel.

Ik zou wel eens willen weten waarom zijn de mensen zo moe?
Misschien door hun jachten en jagen,
Of misschien door hun tienduizend vragen.
En ze zijn al zo lang onderweg naar de vrede toe.
Daarom zijn de mensen zo moe.

We blijven zoeken naar de betekenis van ons leven. Bij uitvaarten komen ze soms de draaitafel niet af, liederen, die in feite dezelfde vragen stellen: Waarheen leidt de weg die wij moeten gaan, waarvoor zijn wij op aard? En: Als er oorlog komt, als ik bang ben, mag ik dan bij jou? Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde, het water gaat er anders dan voorheen. Waarom zijn de bergen toch zo hoog?

Bergen hebben op de mensen een magnetische aantrekkingskracht, ze stralen de grootsheid van God uit en geven ongemerkt de verhoudingen aan tot de nietigheid van de mensen daar beneden in het dal van de wereld en de grootheid van God, daar ergens boven. En als je naar de top van een berg klimt, en je hebt het gehaald, dan begrijp je dat des temeer, dat het voelt als een overwinning en het bijna aanraken van God daarboven. Het is dan ook geen verrassing, dat zoveel belangrijke gebeurtenissen in de Bijbel zich afspelen op een berg. Na de zondvloed komt de Ark tot rust op de berg Ararat, en Noach opent de deur, nadat een duif met de Olijftak in de bek terugkeerde. Mozes gaat de berg op om daarboven met God te communiceren en God praat daar met zijn vriend Mosje. En Mozes mag nog eenmaal zien vanaf de berg Nebo, als hij daar, beneden in het dal een land ziet, dat beloofd is, dat hij de Jordaan kan zien, in zijn tijd een snelstromende kolkende rivier. En dat God de ogen van Zijn vriend Mozes sloot, toen er vrede was, en Hij hem persoonlijk begroef op een plaats, die Hij alleen maar kende. Zoals later een duif zou klapwieken boven het hoofd van de pas gedoopte Messias in diezelfde rivier daar diep beneden. De gedaanteverandering van Onze Lieve Heer vond op een berg plaats, dat Hij daar straalde temidden van Mozes en Elia zo wit, zo glanzend, zoals geen bleker ter wereld het kan bedenken. De Kruisiging en de Hemelvaart, vonden allemaal plaats op bergen en heuvels. En toen Jezus de menigte zag, ging Hij een berghelling op en begon te onderwijzen, zoals Mozes heeft gedaan toen hij de tien geboden droeg en verkondigde, zo onderwijst Jezus vanaf een berg. De woorden die Hij spreekt, zijn zoals Mozes de tien geboden predikte, er klinken nieuwe leefregels, een levenshandleiding Gods vanaf de berg. Om het belang te onderlijnen staat er, dat Jezus ging zitten om te vertellen. Dat was de traditionele wijze van o.a. rabbijnen met de bevoegdheid om te onderwijzen en te prediken, zittend, en de zetel waar ze dat op deden, noemde men in de synagogen de leerstoel van Mozes. Maar nu neemt Jezus plaats in de natuur, in gedachten zie ik Hem op één van de kleine rotspunten die daar op die berg talrijk te vinden zijn.
In mijn auto ligt deze gebruiksaanwijzing, ik heb dezelfde handicap als de meeste weggebruikers, je gaat hem pas bestuderen als er echt iets fout gaat, je kijkt pas echt naar de instructies, als er iets echt mis gaat, als je langs de Rijksweg, zoals ik onlangs, stond weg te waaien en je knipperlichten het niet deden en de Wegenwacht onderweg was, en ik zocht ondertussen naar mijn ANWB-abonnement, dat plastic kaartje; verzekering dekt de schade immers.

Gods woord is onze levens-handleiding, de gebruiksaanwijzing voor ons leven, het bevat de principes voor geluk, voor relaties en voor vrede. De woorden komen uit het Oude Boek dat wij lezen, het komt uit het enige Boek – naar mijn gevoel – het enigste Boek, dat ook ons leest. Het geeft de handleiding, hoe we vrede kunnen bewerkstelligen, zoals ik uit mijn auto meer veilige kilometers haal, als ik mij maar aan de gebruiksaanwijzing zou houden. Dat mijn auto soepeler rijdt, als ik hem als bestuurder zou gebruiken, zoals de ontwerper het bedoeld heeft, zo zal ons leven vrediger verlopen, als we ons aan de woorden houden van de Bedenker van ons leven. De Zaligsprekingen wijzen ons een levensvatbaar pad, voor ons en de wereld waarin wij leven. Het Evangelie beschrijft misschien wel het mooiste en de best samengevatte toespraak van Jezus. Het is als een schatkist met een lijst van acht zegeningen en vol wijsheid, dat over de eeuwen heen klinkt tot zelfs in een basiliek in Zwolle. Het is niet bedoeld voor heilige mensen, maar voor ons, die een gewoon leven leiden. Ze bieden ons een pad door het gebergte en de obstakels van het leven, om vrede te vinden en te behouden. Velen in het publiek bij Jezus hadden een lage sociale status, waren arm en rechteloos. Op de berg gezeten zat een rabbijn, die hun leerde dat de zachtmoedigen, de rechtelozen en de vredezoekers door God gezegend waren.
Een jaar geleden was ik met pelgrims op de Berg der Zaligsprekingen en las een Mis voor een groep Nederlandse pelgrims. In de diepte zag ik het meer van Galilea glinsteren en stelde mij de vraag waar Jezus had gezeten, toen Hij zei:
Zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden”. Boven de berg vloog hoog een adelaar, beneden was toen nog de vrede, maar wat zou die vogel vandaag de dag op die hoogte kunnen zien? Een muur van 650 kilometers lang, een muur waarachter geweend wordt; en er geen enkel kind meer woont, dat niet getraumatiseerd is, en velen gehandicapt en treurend voor het leven. De adelaar is het Bijbels beeld voor Gods liefde en trouw. Die grote vogel zou zijn vleugels over het land met de licht een geel en blauwe vlag kunnen spreiden, waar de sneeuw nu langzaam wegsmelt, loopgraven vollopen met modder en de puinhopen en opgeworpen tragische heuvels ooit hun namen en geheimen zullen prijsgeven.
Deze Peperbus, laat het even zijn als die berg, waar wij ademloos luisteren naar de Man Gods, want Vrede is luisteren, luisteren naar jezelf, luisteren naar de dierbare andere. Maar eerst de stilte en maken wij het stil, want zie, daar is de Meester. Hij preekt zittend en geruisloos sluiten wij ons bij Zijn gezelschap aan. Met het intense verlangen iets van die vrede te mogen beleven, in een wereld, die er zo aan toe is.

Gebed:
Eeuwige, vanuit de duisternis van hardheid en geweld komen wij als gelovige mensen bij U met ons gebed om vrede, om zachtheid en liefde. Koester en verwarm de hoop in ons, in de ziel van eenieder die zich betrokken weten en uiteindelijk in de ziel van iedereen op aarde.
Koester en verwarm de hoop in ons, op een wereld van recht en vrede, waarin Uw wil geschiede en Uw Koninkrijk kome. Dat er een tijd zal zijn voorbij angst en pijn. Dat er een tijd zal zijn voorbij vijandschap en strijd. Dat er een tijd zal zijn van licht en van liefde. Wij vragen het U vanuit de grond van ons hart.

Amen.

Theo van der Sman, em. pastoor.